Loge Willem Fredrik heeft een levende creatieve dynamiek; wij werken met plezier samen. Willem Fredrik telt in 2021 ongeveer 35 leden. Nieuwe leden zijn altijd welkom. Om de ingroei van nieuwe leden makkelijk te maken en de verbinding in de loge te waarborgen krijgt elke nieuwe leerling een mentor toegewezen.
Met regelmaat organiseert Willem Fredrik een bezoek aan een loge in het buitenland. Ter lering ende vermaak, en heel goed voor de versterking van de onderlinge betrekkingen. De loge maakt ook de nodige tijd en mankracht vrij voor instructie over de ritualen, kennis en vaardigheden – om de continuïteit voor de toekomst veilig te stellen.
Als meer dan tweehonderd jaar bestaande loge kent Willem Fredrik een bewogen historie. Altijd verankerd in de Amsterdamse samenleving, altijd meebewegend met de golven van de tijd, altijd met behoud van een zekere eigenzinnigheid.
In 1810 wordt het koninkrijk Holland ingelijfd bij het Franse keizerrijk. Franse troepen onder leiding van maarschalk Oudinot, hertog van Reggio, bezetten Amsterdam. Franse ambtenaren en militairen vestigen zich in de stad. Onder hen zijn veel vrijmetselaren.
Al snel na de inlijving kent Amsterdam vier actieve Franse loges. Ze kunnen rekenen op weinig sympathie van de vier bestaande Amsterdamse loges. Vooral de loge ’Saint Napoleon’ is een doorn in het oog van de Amsterdamse broeders. Deze loge is op 15 oktober 1810 opgericht, met maarschalk Oudinot als erevoorzitter. Het korte maar turbulente bestaan van ‘Saint Napoleon’ (1810 – 1813) is op zichzelf een studie waard. Zo is bijvoorbeeld vice-admiraal De Winter, prominent lid van ’Saint Napoleon’, wegens grote verdiensten voor het Keizerrijk als enige Nederlander begraven in het Parijse Panthéon.
Wanneer in 1812 Napoleon’s Russische veldtocht mislukt, beginnen Amsterdamse Oranjegezinde vrijmetselaren aan de voorbereiding van het herstel van het Nederlandse gezag. Zij willen hiervoor een bijzondere loge oprichten, werkend onder het Franse Grootoosten. Maar hun opzet faalt en zij moeten zich aansluiten bij de loge ’Saint Napoleon’. Vanaf dat moment wordt ’Saint Napoleon’ steeds meer een Hollandse loge.
Als het Napoleontische bewind valt in Nederland, hebben de Franse loges geen bestaansrecht meer in Amsterdam. De latere koning Willem I geeft in 1813 toestemming aan ‘Saint Napoleon’ om zijn naam te dragen. Dit gebeurt op voorspraak van broeder Falck, lid van ’Saint Napoleon’, en van de zoon van de nieuwe soevereine vorst. Zo wordt het Willem Fredrik – zonder tweede e, want eenheidsspelling bestaat nog niet. De aanstaande koning verzekert zich op deze manier van de steun van een loge die veel Amsterdamse bestuurders telt onder haar leden. Dat komt hem goed van pas in de woelige overgangsperiode van het Franse naar het Nederlandse gezag.
Ondanks de patronage van koning Willem I en het erevoorzitterschap van de latere koning Willem II, ondervindt ’Willem Fredrik’ bij de aansluiting bij de Nederlandse Orde van Vrijmetselaren veel tegenwerking van de vier oorspronkelijk Amsterdamse loges. Op 12 juni 1814 is de aansluiting dan toch eindelijk een feit.
Volgens Floor Meijer (‘Wereldburgers: Vrijmetselaren en de stad Amsterdam’) ontwikkelt Loge Willem Fredrik zich gedurende het grootste deel van de 19e eeuw tot “met stip de chicste loge van Amsterdam”. Een belangrijke reden hiervoor ligt in het lange voorzitterschap van Rijksadvocaat, politicus en schrijver Jacob van Lennep. Lange tijd staat de loge zelfs bekend als ‘de aristocratische loge’, een titel die zij vooral te danken heeft aan de zorgvuldige manier van balloteren. Hierdoor, en door haar geringe bereidheid om samen te werken vergaart zij wellicht de reputatie van ‘hooghartig buitenbeentje’. In het tijdperk van Van Lennep, die kind aan huis is bij de Oranjes, en dankzij het lidmaatschap van de loge van koning Willem II, neemt zij meer afstand van haar Franse origine.
Aan het eind van de 19e eeuw heeft de elite de vrijmetselarij verlaten. Andere instanties nemen de maatschappelijke rol van vrijmetselarij: emanciperend, integrerend en beschavend, van haar over. Vrijmetselarij legt zich in toenemende mate toe op introspectie, op ‘Ken u Zelve’. Tegen de trend in maakt Willem Fredrik juist dan onstuimige tijden door, en steekt er in de loge, een nieuwe vooruitstrevende wind op. Zoals Floor Meijer schrijft ontpopt Willem Fredrik zich omstreeks 1880 tot de progressiefste Amsterdamse loge en wordt zij het centrum van een op maatschappelijke verheffing gerichte stroming binnen de Nederlandse orde. Zoals loge Willem Fredrik vroeger in haar conservatisme de andere loges overtrof, ligt zij nu in vooruitstrevendheid ver op de zusterloges voor.
In 1905 betrekt Loge ’Willem Fredrik’ een nieuw logegebouw, aangekocht door een lid van de loge, aan de Vondelstraat 39-41. Daarmee heeft de loge na de Keizerlijke Kolfbaan, Diligentia, Frascati, Odeon, Krasnapolsky en Keizersgracht 444-446 weer een vaste plek gevonden. Inmiddels is het logegebouw, dat in 2012 grondig op de schop is genomen, werkplaats voor alle Amsterdamse loges.
Met het oog op het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog ziet ’Willem Fredrik’ in 1914 af van de viering van haar eeuwfeest. Op 4 augustus 1914 wordt dan het logegebouw ter beschikking gesteld van het Rode Kruis en onder leiding van generaal L. van Lier, Directeur Militaire Geneeskundige Dienst en lid van Willem Fredrik, omgebouwd tot lazaret. Ziekenzalen, een operatiekamer en een apotheek worden met fondsen van de Amsterdamse loges ingericht.
In de periode tussen 1918 en 1939 gaat het de loge voor de wind. Toch neemt in heel Europa de anti-vrijmetselaarspropaganda toe – vanuit kerkelijke èn politieke hoek. Bij het 125-jarig bestaan van de loge in 1939 wordt dan ook somber vooruitgeblikt.
Op 4 september 1940 verbiedt de Duitse bezetter alle vrijmetselaarsactiviteiten. Het logegebouw in de Vondelstraat wordt onteigend en bezet door NSB en SS. Wie het nu over ’Willem Fredrik’ heeft, spreekt van ’Wynand Fockink’, slijterij en distilleerderij te Amsterdam. De broeders van ’Willem Fredrik’ blijven elkaar ontmoeten, en wel als kegelclub. Die komt bijeen in het Parkhotel, het hoofdkwartier van de vijand.
Na de arrestatie van enkele Amsterdamse broeders gaat de kegelclub tijdelijk ’in ruste’ en wordt dan elders heropend. De club blijft gedurende de hele oorlog actief en bestaat zelfs tot eind jaren tachtig. ’Willem Fredrik’ komt echter niet ongeschonden uit de oorlog. Veel leden overleven de oorlog niet of brengen deze door in gevangenschap.
Na de oorlog kan de loge zich succesvol heroprichten. Loge Willem Fredrik wordt weer een ‘powerhouse’, op haar hoogtepunt telt zij meer dan 120 leden. Een sterk veranderende wereld, toenemende individualisering en natuurlijk verloop zorgen er echter voor dat orde en loge aan het begin van de 21e eeuw weer een bescheidener omvang hebben.
Begin van deze eeuw gaat het niet goed met Willem Fredrik. De loge wijdt nog maar weinig nieuwe leden in en is slecht in staat leden aan zich te binden. Deze crisis brengt echter het beste in de loge naar boven: zij regenereert en krijgt nieuw elan. Ritualen worden vernieuwd, nieuwe leden verwelkomd.
Op 1 november 2014 viert Loge Willem Fredrik haar 200 jaar jubileum met een dubbele aanneming op basis van een splinternieuw rituaal, gebaseerd op eeuwenoude, deels Franse en Belgische ritualen. Het feestelijke diner, aangezeten door meer dan 100 leden en gasten uit binnen- en buitenland, doet oude tijden herleven èn stemt hoopvol voor de toekomst.
Loge Willem Fredrik is nog steeds de wat eigenzinnige loge binnen de Amsterdamse vrijmetselarij. Altijd in beweging, veerkrachtig, puttend uit een rijke traditie, gericht op de toekomst. Èn met het hart op de goede plaats. Kortom: een loge om van te houden.